NL2013365B1 - Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2013365B1 NL2013365B1 NL2013365A NL2013365A NL2013365B1 NL 2013365 B1 NL2013365 B1 NL 2013365B1 NL 2013365 A NL2013365 A NL 2013365A NL 2013365 A NL2013365 A NL 2013365A NL 2013365 B1 NL2013365 B1 NL 2013365B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- members
- row
- heavy
- lifting arm
- engaging members
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 27
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims abstract description 7
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 10
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 10
- XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N aluminium Chemical group [Al] XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 5
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 claims description 5
- 239000013590 bulk material Substances 0.000 claims description 3
- 239000000758 substrate Substances 0.000 claims 1
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 4
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 4
- 239000000725 suspension Substances 0.000 description 4
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 3
- 239000000969 carrier Substances 0.000 description 2
- 230000007935 neutral effect Effects 0.000 description 2
- 230000001154 acute effect Effects 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000007665 sagging Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C19/00—Cranes comprising trolleys or crabs running on fixed or movable bridges or gantries
- B66C19/005—Straddle carriers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G67/00—Loading or unloading vehicles
- B65G67/02—Loading or unloading land vehicles
- B65G67/04—Loading land vehicles
- B65G67/12—Loading elongated articles, e.g. rails, logs
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C1/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
- B66C1/02—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by suction means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C1/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
- B66C1/10—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means
- B66C1/62—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means comprising article-engaging members of a shape complementary to that of the articles to be handled
- B66C1/66—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means comprising article-engaging members of a shape complementary to that of the articles to be handled for engaging holes, recesses, or abutments on articles specially provided for facilitating handling thereof
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C1/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
- B66C1/04—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by magnetic means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C1/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
- B66C1/10—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means
- B66C1/22—Rigid members, e.g. L-shaped members, with parts engaging the under surface of the loads; Crane hooks
- B66C1/34—Crane hooks
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C1/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles
- B66C1/10—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith for transmitting lifting forces to articles or groups of articles by mechanical means
- B66C1/42—Gripping members engaging only the external or internal surfaces of the articles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
- Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)
- Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
Abstract
De uitvinding verschaft een inrichting voor het met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen van een zeecontainer. De inrichting omvat een voertuig met een gestel en verder een aangrijpeenheid met aangrijporganen, en verplaatsingsmiddelen voor het ten opzichte van het op en neer verplaatsen van de aangrijpeenheid. De aangrijpeenheid omvat een subgestel dat is voorzien van een langwerpige hefarm die zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, een vrij uiteinde heeft dat in de rijrichting is gericht en aan de onderzijde van welke hefarm een aantal aangrijporganen in ten minste één zich in de lengterichting van de hefarm uitstrekkende rij over ten minste een deel van de lengte van de hefarm zijn voorzien. De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het met behulp van een inrichting volgens de uitvinding met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen van een geopende zeecontainer.
Description
Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding gaat het om het beladen van producten met een gewicht van minstens 1000 kg of van rijen van producten waarbij het totale gewicht van de rij minstens 1000 kg is.
Het is algemeen bekend om zeecontainers toe te passen bij het transporteren van losse goederen over het water, maar ook over de weg of het spoor. De standaardafmetingen van zeecontainers maakt efficiënt transport mogelijk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van containerliften, ook wel aangeduid met de term straddle carriers, die met behulp van twistlocks de zeecontainers op de hoeken daarvan kunnen aangrijpen, en over de kade kunnen verplaatsen. Er bestaat ook belangstelling om zware langwerpige producten, zoals aluminium slabs, stalen platen of zakken gevuld met stortgoederen in zeecontainers te transporteren. Het beladen van zeecontainers met dergelijke producten en het in tweede instantie ter plaatse van een bestemming ontladen van de zeecontainers vormt echter een praktisch probleem waarom dergelijke producten in de praktijk niet of nauwelijks in zeecontainers worden getransporteerd. Voor zover men toch voor deze mogelijkheid kiest wordt men dan met het probleem geconfronteerd dat men de zeecontainers moet kunnen beladen met de zware lading. In de praktijk leidt dit veelal tot onveilige situaties. De uitvinding beoogt een oplossing te bieden waardoor het mogelijk is om snel en veilig een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten te kunnen beladen. Hiertoe verschaft de uitvinding een inrichting omvattende een in een rijrichting verrijdbaar voertuig met een gestel van welk gestel ten minste een deel gezien in de rijrichting een althans in hoofdzaak omgekeerd U-vormige dwarsdoorsnede heeft die mede wordt gevormd door ten minste twee tegen over elkaar gelegen staande pootdelen van het gestel, de inrichting verder omvattende een aangrijpeenheid met aangrijporganen voor het aangrijpen van de bovenzijde van het product of van de rij producten, verplaatsingsmiddelen voor het ten opzichte van het gestel tussen de twee staande pootdelen op en neer verplaatsen van de aangrijpeenheid, waarbij de aangrijpeenheid een subgestel omvat dat is voorzien van een langwerpige hefarm die zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, een vrij uiteinde heeft dat in de rijrichting is gericht en aan de onderzijde van welke hefarm een aantal aangrijporganen in ten minste één zich in de lengterichting van de hefarm uitstrekkende rij over ten minste een deel van de lengte van de hefarm zijn voorzien. Dankzij de toepassing van de horizontale hefarm met aan de onderzijde daarvan aangrijporganen, is het mogelijk om zware producten, al dan niet in een rij, met de aangrijporganen aan te grijpen en vervolgens de arm met aan de aangrijporganen daarvan hangend het product of de rij producten met het vrije uiteinde in een geopende kopse zijde van een zeecontainer te steken om aldus de zeecontainer op een veilige manier te beladen. Een constructief gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de aangrijpeenheid verder een langwerpige basisarm omvat die zich althans in hoofdzaak horizontaal en boven de hefarm uitstrekt, waarbij de basisarm en de hefarm onderling zijn verbonden.
Indien de hefarm op een dusdanige langspositie van de hefarm met elkaar zijn verbonden dat de aangrijporganen tussen de betreffende langspositie en het vrije uiteinde van de hefarm zijn voorzien, kan in ieder geval de lengte van de hefarm waarover de aangrijporganen zijn voorzien vrij worden gehouden om in een container gestoken te kunnen worden.
In zijn algemeenheid geldt dat het constructief voordelig is dat de basisarm en de hefarm en de verbinding tussen de basisarm en de hefarm gezien in een horizontale richting loodrecht op de rijrichting althans in hoofdzaak een C-vorm bepalen. Het bovenste liggende deel van de C-vorm wordt dan bepaald door de basisarm, het onderste liggende deel van de C-vorm door de hefarm en het staand deel van de C-vorm door de verbinding.
Ter compensatie van het eventueel enigszins hellend ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn van enerzijds een te laden langwerpig zwaar product of een te laden rij van zware producten en anderzijds de zeecontainer, kan het voordelig zijn indien de hefarm om een horizontale zwenkas die zich loodrecht op de rijrichting uitstrekt zwenkbaar is ten opzichte van het gestel, waarbij het constructief gunstig is, bij toepassing van een basisarm overeenkomstig een voorgaand aan de orde gekomen mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, indien de basisarm en de hefarm zwenkbaar om de zwenkas onderling zijn verbonden waarbij het verder voordelig kan zijn indien de hefarm zich gezien vanaf het vrije uiteinde van de hefarm tot voorbij de zwenkas uitstrekt, en de aangrijpeenheid een actuator omvat die werkzaam is tussen het voorbij de zwenkas uitstrekkend deel van de hefarm en de basisarm voor het om de zwenkas zwenken van de hefarm ten opzichte van de basisarm. Geschikte bekrachtiging van de actuator maakt het eenvoudig mogelijk om de zwenking van de hefarm om de zwenkas te realiseren.
Een gelijkmatige aangrijping door de aangrijporganen, waardoor de aangrijporganen ook gelijkmatig worden belast, kan met name worden verkregen, indien de aangrijporganen in een regelmatig patroon zijn voorzien.
Uit oogpunt van het streven naar constructieve eenvoud kan het verder voordelig zijn indien de aangrijporganen in een enkele rij zijn voorzien.
Teneinde het risico op ongewenste vervormingen in de inrichting vanwege de last van een product of een rij producten te voorkomen geniet het de voorkeur dat de twee staande pootdelen zijn voorzien van geleidingsorganen en het subgestel is voorzien van geleide-organen, welke geleidingsorganen en geleide-organen zijn ingericht voor onderlinge geleidende samenwerking tijdens het op en neer verplaatsen van de aangrijpeenheid. Het op en neer verplaatsen van de (belaste) hefarm kan aldus zeer stabiel worden uitgevoerd.
Volgens een uitermate voordelige uitvoeringsvorm betreffen de aangrijporganen zuigorganen die zijn ingericht om het zware product of de rij van zware producten met onderdruk aan te grijpen.
Teneinde zich nog enigszins te kunnen richten naar het zware product of de rij van zware producten, met name bij aangrijping daarvan, zijn de zuigorganen bij voorkeur opgehangen aan flexibele langwerpige trekorganen die op hun beurt zijn opgehangen aan de hefarm. De flexibele trekorganen kunnen bijvoorbeeld met voordeel zijn uitgevoerd als schalmenkettingen.
Een stabiele ophanging van de zuigorganen kan worden verkregen indien ieder zuigorgaan aan tegen over elkaar gelegen zijden van de hefarm aan de trekorganen zijn opgehangen.
De stabiliteit van de ophanging kan ook worden bevorderd doordat ten minste een deel van de trekorganen waarmee een zuigorgaan is opgehangen zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken. De neiging tot slingeren van de zuigorganen kan aldus worden onderdrukt.
Teneinde een gelijkmatige belasting op de zuigorganen te bevorderen kan het voordelig zijn indien de zuigorganen via veerorganen met de hefarm zijn verbonden. In de praktijk kan het zo zijn dat niet alle zuigorganen in dezelfde mate worden belast, bijvoorbeeld door het doorhangen van het product of het doorbuigen van de hefarm of simpelweg omdat het product niet volledig recht is. Door toepassing van de veermiddelen kan een zuigorgaan dat relatief zwaar wordt belast, worden ontlast, zodat de belasting op de diverse zuigorganen gelijkmatig blijft.
Een constructief gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de trekorganen zijn opgehangen aan beugelorganen die via de veerorganen zijn verbonden met de hefarm. De beugelorganen kunnen zich bijvoorbeeld zijwaarts ten opzichte van de hefarm uitstrekken.
De uitvinding beperkt zich niet tot inrichtingen waarbij de aangrijporganen zuigorganen zijn. Afhankelijk van de aard van het te laden product of de rij te laden producten kan het bijvoorbeeld ook voordelig zijn indien de aangrijporganen haakorganen of klemorganen omvatten of indien de aangrijporganen magneten omvatten. Met name bij toepassing van de magneten is het ook zeer goed mogelijk om de voorgaand aan de orde gekomen voorkeursuitvoeringsvormen die gerelateerd zijn aan de toepassing van zuigorganen, ook toe te passen bij magneten.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het met behulp van een inrichting volgens de uitvinding met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen van een geopende zeecontainer, omvattende de stappen van : A het dusdanig ten opzichte van elkaar positioneren van het langwerpige zware product of de rij van zware producten en de aangrijporganen dat ten minste een deel van de aangrijporganen zich recht boven het zware product of de rij zware producten bevinden C het door de aangrijporganen aangrijpen van het langwerpige zware product of van de rij van zware producten, D het door de inrichting opheffen van de aangrijporganen inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten dusdanig dat de hefarm, de aangrijporganen en het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten zich binnen de hoogte van de zeecontainer uitstrekken, E het dusdanig in de lengterichting van de zeecontainer in een eerste rijrichting verrijden van het voertuig met het vrije uiteinde van de hefarm gericht naar de opening in de zeecontainer, dat de hefarm, aangrijporganen, alsmede de het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten door de opening worden bewogen tot in de zeecontainer ten minste tot dat het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten zich volledig in de zeecontainer bevindt, F het door de inrichting laten zaken van de aangrijporganen inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten tot dat het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten op een ondergrond in de zeecontainer komt/komen te rusten, G het opheffen van de aangrijping door de aangrijporganen van het zware product of de rij van zware producten, H het in de lengterichting van de zeecontainer in een tweede rijrichting, tegengesteld aan de eerste rijrichting, verrijden van het voertuig ten minste tot dat de hefarm zich volledig buiten de zeecontainer uitstrekt.
Een efficiënte uitvoering van de werkwijze kan worden verkregen indien de werkwijze tussen stappen A en C omvat stap B het door de inrichting laten zakken van de aangrijporganen voor het binnen het bereik van de aangrijporganen van het zware product of de rij zware producten.
Een zelfde type voordeel kan worden verkregen indien ten behoeve van stap B met behulp van de verplaatsingsmiddelen de aangrijpeenheid neerwaarts wordt verplaatst tot dat de aangrijporganen het langwerpige zware product of de rij van zware producten kunnen aangrijpen en/of indien ten behoeve van stap D met behulp van de verplaatsingsmiddelen de aangrijpeenheid omhoog wordt verplaatst inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten en/of indien ten behoeve van stap F de aangrijpeenheid met behulp van de verplaatsingsmiddelen neerwaarts wordt verplaatst inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten.
Met voordeel wordt tijdens stap A het voertuig dusdanig verreden dat het zware product of de rij van zware producten tussen de twee staande poten of althans het verlengde daarvan is gepositioneerd. Aldus wordt een stabiele situatie verkregen tijdens het optillen van het zware product of de rij van zware producten.
Het kan ook zeer gunstig zijn indien tijdens stap C de aangrijporganen het langwerpige zware product of de rij van zware producten aan de bovenzijde daarvan aangrijpen. Aldus wordt geen ruimte naast het in beslag genomen door voorzieningen die nodig zijn om het zware product of de rij van zware producten aan te grijpen. Daarbij is het van belang te realiseren dat de ruimte in een zeecontainer beperkt is en dat sommige producten met zeer kleine speling in de zeecontainer moeten worden gemanoeuvreerd tijdens het beladen van de zeecontainer.
De stabiliteit van de inrichting tijdens het daadwerkelijk beladen van de zeecontainer tijdens stap E wordt vergroot door tijdens stap E het voertuig dusdanig te verrijden dat de zeecontainer tussen de twee staande poten is gepositioneerd.
Eenzelfde voordeel is aan de orde indien gebruik wordt gemaakt van een inrichting waarvan de aangrijpeenheid een langwerpige basisarm omvat die zich althans in hoofdzaak horizontaal en boven de hefarm uitstrekt, waarbij de basisarm en de hefarm onderling zijn verbonden, waarbij tijdens stap F de basisarm zich boven de zeecontainer uitstrekt.
Een zeer geschikte toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen indien het product een slab van aluminium is, waarbij bij verdere voorkeur gebruik wordt gemaakt van een inrichting waarvan de aangrijporganen zuigorganen betreffen, waarbij tijdens C de slab met de zuigorganen wordt aangegrepen.
Een andere geschikte toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen indien de rij van producten een rij van zakken ieder met een volume van ten minste 1 kubieke meter gevuld met stortgoed is, waarbij bij verdere voorkeur gebruik wordt gemaakt van een inrichting waarvan de aangrijporganen haakorganen of klemorganen omvatten, waarbij tijdens stap C de zakken met de haakorganen of klemorganen worden aangegrepen.
Een nog andere geschikte toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen indien het product een stalen plaat is, waarbij bij verdere voorkeur gebruik wordt gemaakt van een inrichting waarvan de aangrijporganen magneten omvatten, waarbij tijdens stap C de stalen plaat met de magneten wordt aangegrepen.
In zijn algemeenheid geldt dat de uitvinding met name zeer geschikt kan worden toegepast indien het product of de rij producten een gewicht heeft van ten minste 1000 kg, bij voorkeur van ten minste 5000 kg.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een, niet beperkend te interpreteren, mogelijke uitvoeringsvorm daarvan onder verwijzing van de navolgende figuren: fig. 1 toont in isometrisch aanzicht een inrichting volgens de uitvinding, fig. 2 toont de inrichting volgens fig. 1 in vooraanzicht, fig. 3 toont de inrichting volgens fig. 1 in zijaanzicht, fig. 4 toont de hefarm van de inrichting volgens fig. 1 in onderaanzicht, fig. 5a tot en met 5f en 6 tonen een isometrisch aanzicht in zeven achtereenvolgende fasen een toepassing van de inrichting volgens fig. 1 tijdens het beladen van een container met een zwaar langwerpig product; fig. 7 toont fig. 6 in verticale dwarsdoorsnede, fig. 8 toont in isometrisch aanzicht het vrije uiteinde van de hefarm van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 9 toont in vooraanzicht de inrichting volgens de uitvinding met een aangegeven zwaar product, fig. 10a en 10b tonen in zijaanzicht twee toestanden van de hefarm inclusief vier bijbehorende zuignappen, fig. 11 toont in verticale langsdoorsnede een situatie die vergelijkbaar is met fig. 5f maar dan met gezwenkte hefarm.
Fig. 1, 2 en 3 tonen in verschillende aanzichten een inrichting 1 volgens de uitvinding. Inrichting 1 kan beschouwd worden als een voertuig dat in een rijrichting 2 (fig 3) of in een richting tegengesteld daaraan kan worden verreden. Het voertuig 1 kan geacht worden afgeleid te zijn van een type voertuig dat bekend staat als zogenaamde straddle carriers. Deze zijn op zich bekend en worden toegepast voor het verplaatsen van zeecontainers, bijvoorbeeld over kades van haventerreinen.
Voertuig 1 heeft een gestel 3 met vier staande poten 4 die aan hun bovenste uiteinden met elkaar zijn verbonden via dakconstructie 5. In vooraanzicht volgens fig. 2 bepalen de poten 4 en de dakconstructie 5 een omgekeerde U-vorm. De poten 4 rusten op twee, zich evenwijdig aan de rijrichting 2 uitstrekkende, liggers 6. Aan de onderzijde van iedere ligger 6 zijn vier wielen 7 voorzien waarvan ten minste een deel aandrijfbaar is en waarvan ten minste een deel stuurbaar is. Rijrichting 2 is die voorwaartse richting waarin voertuig 1 zich verplaatst indien de (stuurbare) wielen zich in de neutrale stand bevinden. Aan de uiteinden van liggers 6 zijn bumperlichamen 8 voorzien. Aan de voorzijde van het gestel 3 omvat het voertuig 1 een met het gestel 3 verbonden cabine 9 van waaruit voertuig 1 kan worden bestuurd en bediend. Het is overigens ook mogelijk dat de besturing en bediening van voertuig 1 op afstand, bijvoorbeeld vanaf de grond, of halfautomatisch of zelfs volledig automatisch plaatsvindt. Op één van de liggers 6 is een diesel generator 10 voorzien voor aandrijving van het voertuig 1 inclusief diverse componenten daarvan.
Voertuig 1 omvat verder een aangrijpeenheid 11 die tussen de poten van de voornoemde U-vorm van het gestel 3 is voorzien. Aangrijpeenheid 11 omvat een subgestel met een hefarm 12, een basisarm 13 en een verbinding 14 tussen de hefarm 12 en de basisarm 13. Hefarm 12 betreft een langwerpige samengestelde balk met een vrij uiteinde 15 dat in rijrichting 2 is gericht. Basisarm 13 betreft een raamwerkconstructie die is opgehangen aan een hefinrichting. In de figuren is basisarm 13 onvolledig weergegeven in die zin dat deze zich ook aan de voorzijde van het gestel 3 uitstrekt, onder andere onder de cabine 9, en dat zich op dat niet getoonde deel een contragewicht bevindt.
De eerder genoemde verbinding 14 van aangrijpeenheid 11 omvat tussen de hefarm 12 en de basisarm 13 een horizontale zwenkas 31 die zich loodrecht op de rijrichting 2 uitstrekt. Aan het tegenover het vrije uiteinde 15 gelegen uiteinde van hefarm 12 is een hydraulische cilinder 32 voorzien die werkzaam is tussen hefarm 12 en basisarm 13. Door geschikte bekrachtiging van hydraulische cilinder 32 kan hefarm 12 om zwenkas 31 omhoog of omlaag worden gezwenkt zodat bijvoorbeeld de situatie volgens fig. 11, waarbij hefarm 12 een scherpe hoek insluit met een horizontale lijn, wordt bereikt. Toepassing van bovengenoemde zwenking van hefarm 12 ten opzichte van basisarm 13 kan bijvoorbeeld van nut zijn om het doorbuigen van hefarm 32 te compenseren.
De voornoemde hefinrichting voor aangrijpeenheid 11 omvat twee kabeltrommels 16 aan een staande aandrijving 17 voor de kabeltrommels. Vanaf de kabeltrommels 16 lopen niet nader getoond kabels recht omhoog naar de dakconstructie 5 alwaar zij via katrollen naar verschillende posities, die samen een rechthoek bepalen, recht boven de basisarm 13 te worden geleid. Vanaf die posities verlopen de kabels recht omlaag en verlopen over 180 graden om katrollen 18 om vervolgens weer aan te grijpen op de dakconstructie 5. Katrollen 18 zijn roteerbaar bevestigd aan twee dwarsliggers 19 die zich ieder tussen twee poten 4 uitstrekken. Aan de uiteinden van de dwarsliggers 19 zijn deze voorzien van twee geleide-lichamen 20 die geleidend kunnen samenwerken met niet nader in detail getoonde geleidingen op poten 4. De basisarm 13 is via vier kettingen 30, alternatief ook uit te voeren als trekstangen, opgehangen aan de twee dwarsliggers 19. leder van de trekstangen 30 sluit aan het bovenste uiteinde scharnierend aan op één van de twee dwarsliggers 19 en aan het onderste uiteinde op de basisarm 13. Uit bovenstaande omschrijving is duidelijk dat bekrachtiging van de kabeltrommels 16 de aangrijpeenheid 11 omhoog of omlaag doet bewegen. De hefinrichting omvat verder nog twee cilinders 33 die ieder dwars op de rijrichting 2 werkzaam zijn tussen één van de dwarsliggers 19 en de basisarm 13. Door geschikte bediening van de twee kabeltrommels 16, de twee cilinders 33 en cilinder 32 is het mogelijk om basisarm 13 en daarmee aangrijpeenheid 11 als geheel in verschillende richtingen scheef te oriënteren ten opzichte van het gestel 3 zoals dat bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 9.
Aangrijpeenheid 11 omvat verder een achttal zuignappen 21 die in een enkele rij onder hefarm 12 zijn voorzien. De zuignappen 21 zijn dicht bij elkaar gelegen. De rij start bij het vrije uiteinde 15 en strekt zich van daaruit in een richting tegengesteld aan de rijrichting uit. De totale lengte van de rij is circa 10,5 meter hetgeen overeenkomt met de maximale lengte van de zware producten of van de rij van zware producten die met de inrichting in een zeecontainer kunnen worden geladen. In dit specifieke voorbeeld is de lengte van de individuele zuignappen, die een rechthoekige vorm hebben, circa 1,25 meter terwijl de breedte circa 1,10 meter is. De afstand tussen de zuignappen is circa 30 millimeter (figuur 4). Uiteraard is het binnen het kader van de uitvinding ook mogelijk om zuignappen met een andere vorm en/of andere afmetingen toe te passen en/of om bijvoorbeeld twee evenwijdige rijen zuignappen toe te passen.
Zoals met name in fig. 8 goed zichtbaar is, is ieder van de zuignappen 21 opgehangen aan de hefarm 12, waardoor de verbinding tussen de zuignappen 21 enerzijds en de hefarm 12 anderzijds als enigszins flexibel gekenschetst kan worden. Zuignappen 21 hebben ieder een stalen plaat 22 aan de bovenzijde van de zuignap 21. Aan de onderzijde van iedere stalen plaat is een flexibele rand 39 van rubber of althans van een rubberachtig materiaal voorzien die voornoemde afmetingen van de zuignappen 21 bepalen. De stalen plaat 22 is breder dan hefarm 12 en aan weerszijden van de hefarm 12 met twee uitstekende delen 23 uitgevoerd. De zuignappen 21 zijn met kettingen 27 opgehangen aan beugels 24. leder van de beugels 24 heeft hiertoe twee aangrijppunten 25, 26. De kettingen 27 verlopen vanaf uiteinden van ieder van de uitstekende delen 23 naar ieder van de aangrijppunten 25, 26. Aldus zijn aan iedere zijde van de hefarm 12 per zuignap 21 vier kettingen voorzien. In totaal is iedere zuignap 21 dus opgehangen aan acht kettingen 27. Deze wijze van ophanging van de zuignappen bewerkstelligt dat er slechts beperkte horizontale beweging van de zuignappen 21 ten opzichte van de hefarm 12 mogelijk is. leder van de beugels 24 rust op de bovenste uiteinden van vier zuigerdelen van vier veerlichamen 28. De cilinderdelen van de veerlichamen 28 zijn vast verbonden met bevestigingsarmen 29 die zich zijwaarts uitstrekken vanaf hefarm 12 en daar star mee zijn verbonden.. Aan iedere bevestigingsarm 29 zijn twee veerlichamen voorzien. Per zuignap 21 is dus sprake van vier bevestigingsarmen 29 en van acht veerlichamen 28. De werking van de bovenstaand omschreven ophanging van de zuignappen 21 zal later in deze tekst nog worden omschreven aan de hand van de figuren 10a en 10b.
Tussen verbinding 14 en hydraulische cilinder 32 is op de hefarm 12 een ventielenblok 35 voorzien. Vanaf ventielenblok 35 lopen hetzij via het inwendige van hefarm 12 hetzij langs de buitenzijde van de hefarm 12, vacuümleidingen naar de zuignappen 21, meer specifiek naar aansluitpunten die in de bovenzijden van de stalen platen 22 van de zuignappen 21 zijn voorzien. Via het ventielenblok 35 zijn de zuignappen 21 aangesloten op een niet nader getoonde vacuümbron. Het vacuümsysteem inclusief het ventielenblok 35 is dusdanig uitgevoerd dat het uitvallen/falen van een enkele component van het vacuümsysteem er niet toe kan leiden dat de onderdruk bij alle zuignappen 21 zou wegvallen.
Navolgend zal worden toegelicht hoe inrichting 1, zoals voorgaand omschreven, kan worden toegepast voor de overeenkomstige werkwijze volgens de uitvinding beladen van een zeecontainer 51, meer specifiek in dit voorbeeld een zeecontainer met een lengte van 40 voet, met een relatief zwaar langwerpig product 52. Als voorbeeld betreft het product 52 een zogenaamde slab van aluminium. Deze producten 52 hebben bijvoorbeeld een gewicht tussen circa 7500 en 30.000 kg, een lengte tussen 4,2 en 11 meter, een breedte tussen 1,15 en 2,20 meter en een dikte veelal van circa 60 centimeter.
In een voorfase is de slab 52, althans ongeveer, in het verlengde van de zeecontainer 51 gepositioneerd. Voertuig 1 wordt dusdanig verreden dat deze zich ook in lijn met de slab 52 en de zeecontainer 51 aan de van de zeecontainer 51 afgekeerde zijde van de slab 52 en met de rijrichting gericht naar de zeecontainer 51 (fig 5a). Vervolgens wordt met behulp van laserstralen 53, 54 de relatieve posities van respectievelijk de slab 52 en van de zeecontainer 51 ten opzichte van het voertuig 1 bepaald (fig 5b, fig 5c). De bronnen voor de laserstralen zijn overigens niet in de figuren weergegeven.
Vervolgens wordt voertuig 1 dusdanig verreden dat de zuignappen 21 zich recht boven de slab 52 bevinden (fig 5d). Behalve van de informatie die is verkregen met behulp van de laserstralen 53, 54 kan daarbij ook gebruik worden gemaakt van camera’s in cabine 9. Slab 52 bevindt zich tussen de poten 4 (of althans de verlengden daarvan) van voertuig 1.
In een volgende fase wordt met behulp van de hefinrichting aangrijpeenheid 11 neerwaarts verplaatst tot dat de zuignappen 21, meer specifiek de rondgaande flexibele randen 39 daarvan, op slab 52 komen te rusten. Kettingen 27 hangen daardoor slap (fig 5e). Vervolgens wordt het vacuüm systeem geactiveerd waardoor de zuignappen 21 zuigend aangrijpen op de bovenzijde van slab 52. Het hefvermogen per zuignap 21 is in dit voorbeeld ten minste circa 5000 kg. De hefinrichting heft vervolgens de aangrijpeenheid 11 weer op waarbij slab 52 los komt van de grond waar het op rustte. Tijdens het opheffen komen de kettingen 27 weer strak te staan (fig 5f).
In het geval uit de waarnemingen die met behulp van laserstralen 53, 54 zijn gedaan zou zijn gebleken dat de lengterichting van slab 52 een (scherpe) hoek in sluit met de lengterichting van zeecontainer 51 kan voertuig 1 vanuit de situatie volgens figuur 5c dusdanig worden verreden (met enig sturen) dat de rijrichting 2 zich evenwijdig aan de lengterichting van slab 52 uitstrekt. Alternatief is het ook mogelijk dat voertuig 1 dusdanig naar een positie boven slab 52 wordt verreden dat de rijrichting 2 zich evenwijdig (en zo mogelijk in lijn) met zeecontainer 51 uitstrekt. Vervolgens kan door geschikte bekrachtiging van cilinders 33 aangrijpeenheid 11 in bovenaanzicht scheef ten opzichte van het gestel 3 maar recht boven slab 52 worden gepositioneerd zodat hefarm 12 zich evenwijdig aan slab 52 uitstrekt. Na aangrijping en opheffen van slab 52 kan aangrijpeenheid 11 door geschikte bekrachtiging van cilinders weer in de neutrale positie worden gepositioneerd waarbij hefarm 12 zich evenwijdig aan de rijrichting 2 uitstrekt.
Tijdens het opheffen bestaat het risico dat niet alle zuignappen 21 even zwaar worden belast. Daardoor ontstaat het risico dat de belasting op een bepaalde zuignap 21 hoger wordt dan de capaciteit van die zuignap 21. Dit risico kan bijvoorbeeld ontstaan door het niet vlak zijn van (de bovenzijde van) slab 52, het doorbuigen van de slab 52 of het doorbuigen van hefarm 12. De eerder omschreven ophanging van de zuignappen 21 met behulp van de veerlichamen 28 verkleinen dit risico. Verwezen wordt naar de figuren 10a en 10b. In figuur 10a is er sprake van de ideale situatie waarbij alle zuignappen 21, ter plaatse van verwijzingsgetallen A tot en met D, gelijk worden belast door de last van een (niet nader getoond) zwaar product. De last is dusdanig laag dat er geen sprake is van (substantieel) inveren van de veerlichamen 28. In het voorbeeld volgens figuur 10 b wordt echter zuignap 21 ter plaatse van verwijzingsgetal B zwaarder belast. Ten gevolge daarvan veren de veerlichamen 28 die behoren bij de betreffende zuignap 21, in waardoor de last op die specifieke zuignap 21 afneemt. De karakteristieken van de veerlichamen 28 zijn er op afgestemd om de last voor iedere zuignap 21 zo veel mogelijk gelijk te houden. In dit voorbeeld is de maximale invering van de veerlichamen 30 mm.
Vervolgens rijdt het voertuig 1 naar de zeecontainer 51. In ieder geval als het vrije uiteinde 15 van de hefarm 12 zich kort voor de zeecontainer 51 bevindt, positioneert de hefinrichting van voertuig 1 aangrijpeenheid 11 op een dusdanige hoogte dat de bovenzijde van hefarm 12 zich lager bevindt dan het niveau van de binnenzijde van het dak van zeecontainer 51 en de onderzijde van slab 52 zich boven het niveau van de bovenzijde van de bodem van de zeecontainer 51 bevindt. De zeecontainer 51 is aan de naar het voertuig 1 gekeerde zijde geopend.
De positionering van het voertuig 1 is dusdanig dat zowel de rijrichting 2 van voertuig I als de lengterichtingen van hefarm 12 (en dus van slab 52) zich evenwijdig aan de lengterichting van zeecontainer 51 uitstrekken. Bovendien strekken de breedtes van hefarm 12, van slab 52 en van de zuignappen 21 zich binnen de breedte van de opening in de zeecontainer 51 uit. Indien voertuig 1 niet goed ten opzichte van zeecontainer 51 is uitgelijnd, hetgeen bijvoorbeeld kan worden geconstateerd met lasersensoren of camera’s en hetgeen zich dan uit doordat het vrije uiteinde 15 van hefarm 12 zich dan niet recht voor de geopende zeecontainer 51 bevindt, bestaat de mogelijkheid om de aangrijpeenheid 11 zijwaarts te bewegen ten opzichte van het gestel 3 door (gelijke) bekrachtiging van cilinders 33.
Vervolgens wordt voertuig 1 in rijrichting 2 verreden waarbij de hefarm 12, de zuignappen 21, alsmede de door de zuignappen 21 aangegrepen slab 52 door de opening in de zeecontainer 51 worden bewogen tot in de zeecontainer 51 ten minste tot dat slab 52 zich volledig in de zeecontainer bevindt. Zeecontainer 51 bevindt zich tussen de poten 4. Vervolgens laat de hefinrichting de aangrijpeenheid II zakken totdat slab 52 op de bodem van de zeecontainer 51 komt te rusten waarbij de kettingen 27 weer enigszins slap komen te hangen en de veerlichamen 28 hun onbelaste stand weer aannemen. Aldus wordt de situatie volgens figuren 6 en 7 bereikt. In een laatste fase wordt het vacuüm systeem gedeactiveerd, de aangrijpeenheid 11 in beperkte mate opgeheven en het voertuig 1 in een richting tegengesteld aan rijrichting 2 verreden tot dat de hefarm 12 volledig buiten de zeecontainer is verplaatst.
Op analoge wijze kunnen, indien de dikte/hoogte alsmede het gewicht (in verband met het maximaal toelaatbare beladingsgewicht van de zeecontainer 51) dit toelaten, ook langwerpige zware producten in zeecontainer 51 worden gestapeld. Verder zal het de vakman op basis van voorgaande omschrijving duidelijk zijn hoe met behulp van voertuig 1, een zeecontainer weer kan worden ontladen waarbij in hoofdzaak de omgekeerde volgorde van de diverse stappen wordt toegepast.
De uitvinding is ter illustratie voorgaand toegelicht aan de hand van aluminium slabs maar het is ook denkbaar dat andersoortige zware langwerpige producten met behulp van een inrichting volgens de uitvinding wordt beladen. Te denken valt bijvoorbeeld aan stalen slabs of langwerpige platen die met behulp van zuignappen zoals voorgaand omschreven of met behulp van magneten (in plaats van met zuignappen) worden aangegrepen. Verder kan bijvoorbeeld worden gedacht aan big bags die gevuld zijn met stortgoed welke big bags in een rij zijn opgesteld en ieder met een haak of klem die aan de onderzijde van een hefarm is voorzien, worden aangegrepen.
Claims (35)
1. Inrichting voor het met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen van een zeecontainer, omvattende een in een rijrichting verrijdbaar voertuig met een gestel van welk gestel ten minste een deel gezien in de rijrichting een althans in hoofdzaak omgekeerd U-vormige dwarsdoorsnede heeft die mede wordt gevormd door ten minste twee tegen over elkaar gelegen staande pootdelen van het gestel, de inrichting verder omvattende een aangrijpeenheid met aangrijporganen voor het aangrijpen van de bovenzijde van het product of van de rij producten, verplaatsingsmiddelen voor het ten opzichte van het gestel tussen de twee staande pootdelen op en neer verplaatsen van de aangrijpeenheid, waarbij de aangrijpeenheid een subgestel omvat dat is voorzien van een langwerpige hefarm die zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, een vrij uiteinde heeft dat in de rijrichting is gericht en aan de onderzijde van welke hefarm een aantal aangrijporganen in ten minste één zich in de lengterichting van de hefarm uitstrekkende rij over ten minste een deel van de lengte van de hefarm zijn voorzien.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aangrijpeenheid verder een langwerpige basisarm omvat die zich althans in hoofdzaak horizontaal en boven de hefarm uitstrekt, waarbij de basisarm en de hefarm onderling zijn verbonden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de basisarm en de hefarm op een dusdanige langspositie van de hefarm met elkaar zijn verbonden dat de aangrijporganen tussen de betreffende langspositie en het vrije uiteinde van de hefarm zijn voorzien.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de basisarm en de hefarm en de verbinding tussen de basisarm en de hefarm gezien in een horizontale richting loodrecht op de rijrichting althans in hoofdzaak een C-vorm bepalen.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hefarm om een horizontale zwenkas die zich loodrecht op de rijrichting uitstrekt zwenkbaar is ten opzichte van het gestel.
6. Inrichting volgens conclusies 2 en volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de basisarm en de hefarm zwenkbaar om de zwenkas onderling zijn verbonden.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hefarm zich gezien vanaf het vrije uiteinde van de hefarm tot voorbij de zwenkas uitstrekt, en de aangrijpeenheid een actuator omvat die werkzaam is tussen het voorbij de zwenkas uitstrekkend deel van de hefarm en de basisarm voor het om de zwenkas zwenken van de hefarm ten opzichte van de basisarm.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijporganen in een regelmatig patroon zijn voorzien.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de aangrijporganen in een enkele rij zijn voorzien.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de twee staande pootdelen zijn voorzien van geleidingsorganen en het subgestel is voorzien van geleide-organen, welke geleidingsorganen en geleide-organen zijn ingericht voor onderlinge geleidende samenwerking tijdens het op en neer verplaatsen van de aangrijpeenheid.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangrijporganen zuigorganen betreffen die zijn ingericht om het zware product of de rij van zware producten met onderdruk aan te grijpen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de zuigorganen zijn opgehangen aan flexibele langwerpige trekorganen die op hun beurt zijn opgehangen aan de hefarm.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ieder zuigorgaan aan tegen over elkaar gelegen zijden van de hefarm aan de trekorganen zijn opgehangen.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de trekorganen waarmee een zuigorgaan is opgehangen zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken.
15. Inrichting volgens één van de conclusies 11 tot en met 14, met het kenmerk, dat de zuigorganen via veerorganen met de hefarm zijn verbonden.
16. Inrichting volgens conclusie 12 en volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de trekorganen zijn opgehangen aan beugelorganen die via de veerorganen zijn verbonden met de hefarm.
17. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat de aangrijporganen haakorganen of klemorganen omvatten.
18. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat de aangrijporganen magneten omvatten.
19. Werkwijze voor het met behulp van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen van een geopende zeecontainer, omvattende de stappen van : A het dusdanig ten opzichte van elkaar positioneren van het langwerpige zware product of de rij van zware producten en de aangrijporganen dat ten minste een deel van de aangrijporganen zich recht boven het zware product of de rij zware producten bevinden C het door de aangrijporganen aangrijpen van het langwerpige zware product of van de rij van zware producten, D het door de inrichting opheffen van de aangrijporganen inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten dusdanig dat de hefarm, de aangrijporganen en het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten zich binnen de hoogte van de zeecontainer uitstrekken, E het dusdanig in de lengterichting van de zeecontainer in een eerste rijrichting verrijden van het voertuig met het vrije uiteinde van de hefarm gericht naar de opening in de zeecontainer, dat de hefarm, aangrijporganen, alsmede de het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten door de opening worden bewogen tot in de zeecontainer ten minste tot dat het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten zich volledig in de zeecontainer bevindt, F het door de inrichting laten zaken van de aangrijporganen inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten tot dat het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten op een ondergrond in de zeecontainer komt/komen te rusten, G het opheffen van de aangrijping door de aangrijporganen van het zware product of de rij van zware producten, H het in de lengterichting van de zeecontainer in een tweede rijrichting, tegengesteld aan de eerste rijrichting, verrijden van het voertuig ten minste tot dat de hefarm zich volledig buiten de zeecontainer uitstrekt.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, gekenmerkt door tussen stappen A en C de uitvoering van stap B het door de inrichting laten zakken van de aangrijporganen voor het binnen het bereik van de aangrijporganen van het zware product of de rij zware producten.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, gekenmerkt door het ten behoeve van stap B met behulp van de verplaatsingsmiddelen neerwaarts verplaatsen van de aangrijpeenheid tot dat de aangrijporganen het langwerpige zware product of de rij van zware producten kunnen aangrijpen.
22. Werkwijze volgens conclusie 19, 20 of 21, gekenmerkt door het ten behoeve van stap D met behulp van de verplaatsingsmiddelen omhoog verplaatsen van de aangrijpeenheid inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten.
23. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 22, gekenmerkt door het ten behoeve van stap F met behulp van de verplaatsingsmiddelen neerwaarts verplaatsen van de aangrijpeenheid inclusief het door de aangrijporganen aangegrepen langwerpige zware product of de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten.
24. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 23, met het kenmerk, dat tijdens stap A het voertuig dusdanig wordt verreden dat het zware product of de rij van zware producten tussen de twee staande poten of althans het verlengde daarvan is gepositioneerd.
25. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 24, met het kenmerk, dat tijdens stap C de aangrijporganen het langwerpige zware product of de rij van zware producten aan de bovenzijde daarvan aangrijpen,
26. Werkwijze volgens één van de conclusie 19 tot en met 25, met het kenmerk, dat tijdens stap E het voertuig dusdanig wordt verreden dat de zeecontainer tussen de twee staande poten is gepositioneerd.
27. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 26, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens conclusie 2 en dat tijdens stap F de basisarm zich boven de zeecontainer uitstrekt.
28. Werkwijze volgens één van de conclusie 19 tot en met 27, met het kenmerk, dat het product een slab van aluminium is.
29. Werkwijze volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens conclusie 11 en dat tijdens C de slab met de zuigorganen wordt aangegrepen.
30. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 27, met het kenmerk, dat de rij van producten een rij van zakken ieder met een volume van ten minste 1 kubieke meter gevuld met stortgoed is.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens conclusie 17 en dat tijdens stap C de zakken met de haakorganen of klemorganen worden aangegrepen.
32. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 27, met het kenmerk, dat het product een stalen plaat is.
33. Werkwijze volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens conclusie 18 en dat tijdens stap C de stalen plaat met de magneten wordt aangegrepen.
34. Werkwijze volgens één van de conclusies 19 tot en met 33, met het kenmerk, dat het product of de rij producten een gewicht heeft van ten minste 1000 kg, bij voorkeur van ten minste 5000 kg.
35. Werkwijze voor het met behulp van een inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 19 ontladen van een met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten beladen zeecontainer, omvattende de stappen van : K het dusdanig in de lengterichting van de zeecontainer in een eerste verplaatsingsrichting verrijden van het voertuig met het vrije uiteinde van de hefarm gericht naar een opening in de zeecontainer, dat de hefarm en aangrijporganen door de opening in de zeecontainer worden bewogen tot in de zeecontainer ten minste tot dat de aangrijporganen zich recht boven het zware product of de rij van zware producten bevindt. L het aangrijpen van het zware product of de rij van zware producten door de aangrijporganen, M het door de inrichting in de zeecontainer opheffen van het door de aangrijporganen aangegrepen zware product of van de door de aangrijporganen aangegrepen rij van zware producten, N het in de lengterichting van de zeecontainer in een tweede rijrichting, tegengesteld aan de eerste rijrichting, verrijden van het voertuig ten minste tot dat de hefarm zich volledig buiten de zeecontainer uitstrekt. O het opheffen van de aangrijping door de aangrijporganen van het zware product of de rij van zware producten.
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013365A NL2013365B1 (nl) | 2014-08-26 | 2014-08-26 | Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. |
CN201580046246.5A CN106794969B (zh) | 2014-08-26 | 2015-08-25 | 用于向海运集装箱装载重型产品的装置和方法 |
PCT/NL2015/050591 WO2016032329A1 (en) | 2014-08-26 | 2015-08-25 | Device and method for loading a sea container with an elongated heavy product or a row of heavy products |
EP15781440.1A EP3186185B1 (en) | 2014-08-26 | 2015-08-25 | Device and method for loading a sea container with an elongated heavy product or a row of heavy products |
US15/505,136 US20170267501A1 (en) | 2014-08-26 | 2015-08-25 | Device and method for loading a sea container with an elongated heavy product or a row of heavy products |
RU2017106285A RU2685497C2 (ru) | 2014-08-26 | 2015-08-25 | Устройство и способ для загрузки морского контейнера с удлиненным тяжелым грузом или рядом тяжелых грузов |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013365A NL2013365B1 (nl) | 2014-08-26 | 2014-08-26 | Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2013365B1 true NL2013365B1 (nl) | 2016-09-23 |
Family
ID=51947425
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2013365A NL2013365B1 (nl) | 2014-08-26 | 2014-08-26 | Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20170267501A1 (nl) |
EP (1) | EP3186185B1 (nl) |
CN (1) | CN106794969B (nl) |
NL (1) | NL2013365B1 (nl) |
RU (1) | RU2685497C2 (nl) |
WO (1) | WO2016032329A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN108482223A (zh) * | 2018-04-10 | 2018-09-04 | 浙江海洋大学 | 一种毛竹装载车 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL137474C (nl) * | ||||
US3433459A (en) * | 1967-05-02 | 1969-03-18 | Federal Sign And Signal Corp | Load handling apparatus |
US20040191038A1 (en) * | 2003-03-24 | 2004-09-30 | Lockamy Timothy Aaron | Device for loading and unloading a storage container with respect to a transport vehicle and associated system and method |
Family Cites Families (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2941675A (en) * | 1957-01-22 | 1960-06-21 | Jack D Noble | Plate lifting device |
US3033382A (en) * | 1958-02-10 | 1962-05-08 | Jack D Noble | Plate-lifting device |
US3257142A (en) * | 1960-03-25 | 1966-06-21 | Leonard D Barry | Material handling system |
US3146903A (en) * | 1960-06-06 | 1964-09-01 | Clark Equipment Co | Straddle truck with a guided lifting frame for handling containers |
US3061110A (en) * | 1961-03-23 | 1962-10-30 | Pacific Coast Eng Co | Cargo container handling equipment |
US3805967A (en) * | 1972-09-05 | 1974-04-23 | Renner Mfg Co | Dual hook hoist apparatus |
SU673593A1 (ru) * | 1974-09-20 | 1979-07-15 | Sautkin Boris P | Кран |
US3957296A (en) * | 1975-05-05 | 1976-05-18 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Vacuum multiplier |
US4121865A (en) * | 1976-12-09 | 1978-10-24 | Littwin Sr Robert L | Pickup method and apparatus |
US4358020A (en) * | 1980-12-31 | 1982-11-09 | J. I. Case Company | Apparatus for aligning trolleys |
US4557659A (en) * | 1982-09-14 | 1985-12-10 | M. Scaglia S.P.A. | Device for supporting and handling loads by means of vacuum operated suction pads |
US5188247A (en) * | 1991-11-04 | 1993-02-23 | Keith Jastrow | Lifting apparatus |
DE4222099A1 (de) * | 1992-07-07 | 1994-01-13 | Krupp Foerdertechnik Gmbh | Einrichtung zum Be- und/oder Entladen von Stückgut |
US5838759A (en) * | 1996-07-03 | 1998-11-17 | Advanced Research And Applications Corporation | Single beam photoneutron probe and X-ray imaging system for contraband detection and identification |
US6081292A (en) * | 1998-05-06 | 2000-06-27 | Mi-Jack Products, Inc. | Grappler guidance system for a gantry crane |
DE10355946B4 (de) * | 2003-11-29 | 2008-01-03 | Noell Mobile Systems & Cranes Gmbh | Spreader an einem Portalhubwagen zum Erfassen und Transportieren von Containern |
US7150366B1 (en) * | 2004-07-29 | 2006-12-19 | Mi-Jack Products, Inc. | Hanger chain anti-sway device for gantry crane |
US7546929B2 (en) * | 2005-10-31 | 2009-06-16 | Marine Travelift, Inc. | Powered auxiliary hoist mechanism for a gantry crane |
EP1923338A1 (en) * | 2006-11-17 | 2008-05-21 | APM Terminals B.V. | Plant for transporting cargo to and/or from a ship |
DE102007049012A1 (de) * | 2007-10-11 | 2009-04-16 | Noell Mobile Systems Gmbh | Portalhubstapler mit zwei nebeneinander angeordneten Spreadern |
CN201132726Y (zh) * | 2007-11-09 | 2008-10-15 | 上海申花钢管有限公司 | 一种吊装长钢管装入集装箱的吊具 |
CN201390591Y (zh) * | 2009-04-21 | 2010-01-27 | 杨宇 | 箱内货物搬运吊架 |
US8127950B2 (en) * | 2009-12-21 | 2012-03-06 | Mi-Jack Products, Inc. | Independently powered trolleys |
ITTV20120116A1 (it) * | 2012-06-13 | 2013-12-14 | Dario Toncelli | Apparato per la movimentazione di lastre e magazzino con tale apparato |
DE102012107050A1 (de) * | 2012-08-01 | 2014-02-06 | C. & E. Fein Gmbh | Saugheber und Dichtflansch für einen Saugheber |
US8671490B1 (en) * | 2013-03-06 | 2014-03-18 | Mark Carney | Bridge span replacement system |
US9321614B2 (en) * | 2014-01-17 | 2016-04-26 | Mi-Jack Products, Inc. | Crane trolley and hoist position homing and velocity synchronization |
US20160280516A1 (en) * | 2014-10-13 | 2016-09-29 | Richard Rieger | Portable Landscape Crane |
-
2014
- 2014-08-26 NL NL2013365A patent/NL2013365B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2015
- 2015-08-25 RU RU2017106285A patent/RU2685497C2/ru not_active IP Right Cessation
- 2015-08-25 WO PCT/NL2015/050591 patent/WO2016032329A1/en active Application Filing
- 2015-08-25 US US15/505,136 patent/US20170267501A1/en not_active Abandoned
- 2015-08-25 CN CN201580046246.5A patent/CN106794969B/zh not_active Expired - Fee Related
- 2015-08-25 EP EP15781440.1A patent/EP3186185B1/en not_active Not-in-force
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL137474C (nl) * | ||||
US3433459A (en) * | 1967-05-02 | 1969-03-18 | Federal Sign And Signal Corp | Load handling apparatus |
US20040191038A1 (en) * | 2003-03-24 | 2004-09-30 | Lockamy Timothy Aaron | Device for loading and unloading a storage container with respect to a transport vehicle and associated system and method |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3186185A1 (en) | 2017-07-05 |
CN106794969A (zh) | 2017-05-31 |
RU2017106285A (ru) | 2018-08-30 |
WO2016032329A1 (en) | 2016-03-03 |
EP3186185B1 (en) | 2019-08-14 |
RU2017106285A3 (nl) | 2019-02-18 |
RU2685497C2 (ru) | 2019-04-18 |
US20170267501A1 (en) | 2017-09-21 |
CN106794969B (zh) | 2019-04-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2009928C2 (nl) | Inrichting voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden in een laadruimte, alsmede een werkwijze voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden. | |
WO2015011685A2 (en) | Container discharge system, container and method of discharging such container | |
NL2013365B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het beladen van een zeecontainer met een langwerpig zwaar product of een rij van zware producten. | |
CA3215001A1 (en) | System and method for unloading a shipping container | |
RU109726U1 (ru) | Погрузочно-разгрузочный комплекс | |
NL8702962A (nl) | Inrichting voor het invoeren van stukgoed, in het bijzonder op een pallet geplaatst stukgoed, in een continu werkende transporteur. | |
US7350840B2 (en) | Lifting device for containers | |
NL2024121B1 (nl) | Inrichting voor het lossen van stukgoed | |
NL9100003A (nl) | Voertuig, en werkwijze voor het laden/lossen daarvan. | |
NL2012402B1 (nl) | Inrichting voor het verplaatsen van productdragers, zoals pallets. | |
NL193104C (nl) | Rechthoekig pallet. | |
RU2654439C1 (ru) | Способ загрузки насыпных грузов в контейнеры, перевозимые железнодорожными платформами | |
BE1020593A3 (nl) | Inrichting voor het laden, lossen en uitkippen van containers en dergelijke en voertuig uitgerust met dergelijke inrichting. | |
JP2594050Y2 (ja) | 長尺重量物保管倉庫 | |
NL2013546B1 (nl) | Doseerinrichting voor een bulkgoedmassa. | |
NL2028282B1 (nl) | Containerkraan voor het laden en lossen van containers | |
KR101498209B1 (ko) | 컨테이너 선박 | |
NL1036350C2 (nl) | Container ten behoeve van opslag van archief. | |
US9216865B2 (en) | Equipment for unloading bulk freighter and bulk carrier | |
NL9200376A (nl) | Havenkraan. | |
NL1006161C1 (nl) | Containerbrugkraan. | |
US615947A (en) | Loading or unloading apparatus | |
BE1004429A6 (nl) | Inrichting voor het lossen en laden van scheepsruimen. | |
BE1018207A3 (nl) | Inrichting voor het containertransport van goederen en werkwijze waarbij deze wordt toegepast. | |
US11427443B2 (en) | Load-moving equipment |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20190901 |