{persoon} mag een vraag stellen aan {persoon}, als {persoon} weigert te antwoorden moet {persoon} 5 slokken nemen.
Iedereen die iets blauws aan heeft neemt 2 slokken.
Degene die zwarte schoenen draagt mag 1 slok uitdelen.
{persoon} en {persoon} moeten tegelijk aanwijzen wie zij de slimste persoon in de kamer vinden, wijzen ze dezelfde persoon aan mogen ze allebei 2 slokken uitdelen, anders mogen ze er zelf 2 nemen.
{persoon} geeft {persoon} een kus, als een van hen weigert mag je een slok nemen.
{persoon} deelt 4 slokken uit aan de persoon die hij het minst goed kent.
{persoon} stelt een persoonlijke meerkeuze vraag, degene die hem niet juist kan beantwoorden mag 4 slokken nemen.
Degene die nog nooit later dan 6 uur s’ochtends is thuisgekomen van feesten moet 2 slokken nemen.
Degene die ooit al is iets gestolen heeft mag 2 slokken nemen.
Degene die ooit drugs heeft gebruikt mag 3 slokken nemen.
{persoon} verteld 3 verschillende verhalen, 1 waarheid en 2 leugens, de andere moeten samen raden welke de waarheid is en welke 2 leugens zijn. Raden ze het goed, moet {persoon} 3 slokken nemen, zo niet mag de rest 3 slokken nemen.
Alle jongens nemen een slok.
Alle meisjes nemen een slok.
Degene die al is heeft moeten overgeven van alcohol, drinkt 2 slokken.
Ieder persoon verteld om de beurt wat diegene nog nooit heeft gedaan, degene die het wel heeft gedaan, neemt een slok.
{persoon} doe 10 push-ups of drink 2 slokken.
{persoon} vertel een schaamtelijke gebeurtenis over jezelf of neem 5 slokken.
{persoon} zet een timer op 5 minuten, wanneer het alarm afgaat tikt iedereen zo snel mogelijk de grond, de laatste speler die de grond aan tikt mag zijn glas leegdrinken.
Iedere speler die jonger is dan 18 mag 2 slokken nemen.
Iedere speler die al eens iets illegaals heeft gedaan mag 1 slok nemen.
Iedere speler die nog maagd is mag 3 slokken uitdelen.
{persoon} zegt wanneer {persoon} jarig is, heeft {persoon} het fout, mag hij 3 slokken nemen.
Is je glas nog vol, dan is het tijd om te drinken!
{persoon} doe de vis op het droge of drink 3 slokken.
{persoon} geef 5 slokken aan de persoon die jij het aantrekkelijkst vind.
De speler wie het meest is gedumpt tussen {persoon} en {persoon} moet 3 slokken drinken.
Wie op de raarste plek is wakker geworden moet 2 slokken nemen.
Neem het aantal slokken als het aantal paar schoenen die je hebt!
De persoon die als eerst zijn mobiel pakt moet een atje.
{persoon} geeft een categorie, de laatste die niks meer weet in de categorie moet 4 slokken nemen.
{persoon} wij zijn benieuwd, laat je buik zien of drink 2 slokken.
{persoon} en {persoon} doen nu voor 30 sec een staarwedstrijd, wie wint mag 3 slokken uitdelen.
{persoon} is vanaf nu een zombie, wanneer diegene emotie toont moet hij of zij drinken.
{persoon} is geen zombie meer!
Iedereen krijgt 20 sec om zijn bier te atten, lukt het niet drink 3 slokken, begin je er niet aan 5 slokken drinken.
{persoon} is de baas! Hij mag bepalen wie er een fitness oefening moet doen voor 30 seconde
{persoon} is niet meer de baas!
{persoon} ren rond als een gekke kalkoen of drink 3 slokken.
{persoon} belt het laatst gebelde nummer van zijn telefoon of drinkt 3 slokken.
{persoon} zing een lied voor 30 seconde of drink 5 slokken.